Er zijn -naast brandschilderen en glas-in-lood- tal van andere manieren om glas te bewerken. Hieronder een (onvolledig) overzicht met een korte beschrijving.

Versmelten (Fusen)
Fusen is het versmelten van meerdere stukken glas met elkaar. De stukken glas worden op de bodemplaat van de oven gelegd of over een mal. Door de oven op de juiste temperatuur te brengen versmelt het glas met elkaar in de gewenste vorm.
Gieten (Casten)
Casten is het gieten van volledig vloeibaar gemaakt glas. Glas dat gegoten wordt heeft de stroperigheid van honing en wordt gewoonlijk in mallen gegoten om er de gewenste vorm aan te geven. Glas dat net gegoten is, wordt in een afkoeloven gelegd zodat het glas langzaam af kan koelen.
Vervormen (Slumpen)
Slumpen is het vervormen van een stuk glas door verhitting in een glasoven. Het glas wordt over een mal gelegd en vervolgens in de oven op de temperatuur gebracht waarbij het glas een klein beetje vloeibaar wordt. Glas dat over een mal is gelegd, zakt er over heen en neemt de vorm van de onderliggende mal (grotendeels) aan.
Blazen
Glas blazen is het vervaardigen van glazen objecten door – met behulp van stalen buizen – lucht te blazen in vloeibaar glas van ca 1140 graden.
Zandstralen
Zandstralen is het bewerken van de oppervlakte van het glas (of andere materialen) waarbij gritkorrels in een zandstraalcabine hard tegen het glas worden geblazen. Delen van het glas die afgedekt worden blijven glanzend en de niet afgedekte delen worden mat. Hierdoor is het mogelijk om afbeeldingen op glas te creëren.
Graveren
Graveren is een diepdruktechniek waarmee een ontwerp of beeld verdiept wordt aangebracht in een stuk glas. Het graveren is eigenlijk tekenen met een of meerdere glasboortjes.
Verlijmen (Glas-appliqué)
Glas-appliqué is het verlijmen van stukken glas op een glasplaat, natuursteen of op ander materiaal.