Brandschilderen

Brandschilderen is een arbeidsintensieve, ambachtelijke techniek – afkomstig uit de vroege Middeleeuwen – waarmee duurzaam op glas ‘geschilderd’ wordt. De verf wordt – veelal in meerdere lagen en door middel van evenzovele ovenstoken – op hoge temperaturen in het glasoppervlak gebrand. De tekening en de kleuren komen daardoor blijvend in het glas te zitten.

Het grisailleren van Titus in monniksdracht (Rembrandt, 1660)

 

Het maken van een brandschildering

Een brandschildering komt van oudsher tot stand via de onderstaande vaste, herkenbare stappen.

1. Het prepareren van de brandschilderverf 

Voorafgaand aan het daadwerkelijke brandschilderen dient de brandschilderverf geprepareerd te worden. Er zijn drie soorten brandschilderverf: contourverf voor het aanbrengen van de hoofdlijnen, grisailleverf voor het aanbrengen van schaduwen en emailleverf voor het aanbrengen van kleuren.

Elke brandschilderverf is in eerste instantie een poeder dat bestaat uit zeer kleine deeltjes glas voorzien van metaaloxiden. Deze metaaloxiden zorgen voor de kleuren. Om met het poeder te kunnen brandschilderen wordt het met behulp van een spatel of glasvijzel vermalen en vermengd met een medium van bijvoorbeeld water, azijn en/of Arabische gom. Elke verfsoort heeft een eigen mengverhouding.

Voorafgaand aan het daadwerkelijke brandschilderen dient de brandschilderverf geprepareerd te worden

2. Het aanbrengen van de contourverf

In de eerste fase van het daadwerkelijk schilderen wordt de contourverf aangebracht. Hiermee worden de hoofdlijnen van de brandschildering op het glas gezet. Als de contourverf is opgedroogd, kleeft deze goed aan het glas. De verf is dan nog wel te bewerken, maar laat niet zo makkelijk meer los. Voor een permanente hechting is een zogeheten ovenstook nodig. Hiermee worden de contourlijnen definitief in het glas gebrand. Duidelijke contourlijnen helpen in de volgende fase te verduidelijken waar de schaduwpartijen aangebracht dienen te worden. Het aanbrengen van contourverf wordt vaak meerdere keren uitgevoerd.

In de eerste fase van het daadwerkelijk schilderen wordt de contourverf aangebracht

3. Het aanbrengen van de grisailleverf

Het aanbrengen van grisailleverf is de tweede fase van het daadwerkelijk schilderen. In deze fase worden de schaduwen in de brandschildering aangebracht. Grisailleverf wordt nat op het glas aangebracht en in natte toestand met een das-kwast egaal gemaakt. De grisaille droogt snel op, maar hecht slechts in beperkte mate aan het glas. Hierdoor is het mogelijk om de verf, op plaatsen waar het licht doorheen dient te vallen, voorzichtig met een tamponeerkwast van het glas te verwijderen. De eerder aangebrachte contourlijnen komen hierbij goed van pas. Om tot een optimale dieptewerking te komen, wordt ook deze fase meestal een aantal keren herhaald.

Het aanbrengen van grisailleverf is de tweede fase van het daadwerkelijk schilderen

4. Het aanbrengen van emailleverven

Het realiseren van kleuren op brandschilderingen gebeurt door het aanbrengen van emailleverven. Deze zijn in een groot aantal kleuren verkrijgbaar, waaronder het befaamde glanzende, goud-oranje zilvergeel. Een emailleverf kan dekkend, semi-transparant of transparant zijn. Des te transparanter de verf, des te meer licht deze doorlaat.

Het realiseren van kleuren op brandschilderingen gebeurt door het aanbrengen van emailleverven

 

Brandschilderingen worden veelal verwerkt in glas-in-loodramen. Hoe glas-in-loodramen worden gemaakt, wordt uitgelegd onder glas-in-lood.

 

Gebrandschilderd glas | Wikipedia
Interviews over brandschilderen en glas-in-lood
Facts about Glass: Silver Stain
Brandschilderingen van Marc Chagall
Goudse Glazen van de Sint-Janskerk te Gouda